De hele week sleep ik mijn spullen van hot naar her. Ik verlang naar mijn eigen bed, de witte lakens, de lapjesdeken die ik warm rond mijn lijf draai. Mijn boeken, de lievelingstrui. Elke keer stop ik mijn ouwe koffer vol met kleren die ik bij nader inzien liever niet wil dragen. Ik vraag om een extra shirt of dikke sokken op de plek waar ik logeer want het is altijd kouder dan verwacht.
Soms grijp ik midden in de nacht wanhopig om me heen om naar adem happend wakker te worden. Gedesoriënteerd zet ik me recht, waar ben ik, ben ik alleen, herken ik de geluiden?
In de splitseconde waarin ik niet meer weet op welke plaats ik mij bevind, in welk bed ik lig, reis ik in blinde paniek door de tijd tot ik terugzak in mijn bed en gerustgesteld weer in slaap sukkel. Doe nog maar een tukje sus ik mezelf.
Geef een reactie