Ik ga naar huis en ben nog steeds een beetje mottig. Ik doe nog maar eens een Covid test. Negatief! Toch voel ik me benauwdig en heb ik een zenuwachtig hoesje. Ik ga naar de Spaanse apotheek om extra dikke mondkapjes te bestellen. Stel je voor, ik zou iemand kunnen besmetten. Vanuit Nederland krijg ik te horen dat twee van onze medereizigers positief testen. Miljaar! Ik krijg de raad om twee keer te testen. Het was al de tweede test dus ik laat het maar even.
Mijn hotel is tegenover de Primarkt. Kinderen in Bangladesh die hun handjes stuk naaien voor drie cent per shirt. Ik mopper op iedereen die er iets koopt, doe het niet! Waarop een van de mensen die ik moraliserend toesprak piepte dat ze geen geld had om ergens duurdere kleding te kopen. Beschaamd over mijn betweterig gedoe deed ik er het zwijgen toe. Toch nieuwsgierig besluit ik binnen te stappen. Het is blijkbaar de eerste dag van de uitverkoop. Mensen met armen vol kleding storten zich van de roltrap. Wanneer ik op weg ben naar buiten zie ik de perfecte jeansoverall. Ik zoek al tijden naar een pak als dit. Zonder aarzelen neem ik twee stuks mee naar de paskamer. De ene vind ik wat krap maar de andere zit me als gegoten. Alsof ie speciaal voor mij is gemaakt.
Ik tik hem af voor 15 euro, met schaamrood op de kaken maar ook kei blij. Ik kan morgen treffelijk in het vliegtuig en wat zal ik er plezier van hebben. Eenmaal terug op mijn hotelkamer duw ik het onbehaaglijk gevoel iets doms en onbehoorlijks gedaan te hebben weg met smoesjes dat ik vooral tweedehands kleding koop en dat ik best een beetje troost verdien na zo een bewogen wandelreis.
De volgende ochtend, vlak voor vertrek naar het vliegtuig trek ik mijn kekke pak aan. Het lijkt wel strak te zitten. Alleen wanneer ik mijn adem inhoud kunnen de knoopjes soepel dicht. Het zal toch niet? Wanneer ik in de kraag kijk zie ik dat ik per ongeluk de kleinste maat mee nam en de juiste terug gaf aan de man bij de paskotjes.
Karma is een bitch. Ik vouw mijn zo fel begeerde jeans op en leg hem netjes op mijn kussen. Achterlaten voor de eerlijke vinder die het zonder schuldgevoel kan dragen, want hee, gevonden, lijkt het enige juiste om te doen.
Ik trek mijn smoezelige wandelbroek aan en vertel het tegen niemand. Bijna thuis in de trein komt er een man naast me zitten met twee enorme tassen met boeken. Historicus met een boekenverzamelwoede. We hebben gemeenschappelijke interesses. Hij heeft een huis van iemand leeg geruimd en mocht alle boeken meenemen die hij begeerde. Zijn vrouw zal niet heel blij zijn klinkt hij zorgelijk. Hij heeft een hele verzameling ouwe dooie Russische schrijvers In de tassen gepropt. Vaak wel een beetje ouwe zeuren en in deze tijd vast niet heel populair, maar wel prachtige uitgaves. Hij haalt de biografie van Nietzsche uit de tassen. Prachtig gebonden en in een mooie box. Woe, Nietzsche, die is wel leuk. Hij heeft er niet veel van gelezen zegt ie. Wil ik de box misschien hebben? De tranen springen me in de ogen, de box staat nu te blinken op mijn kast. Wat heerlijk om thuis te zijn!