Maandelijks archief: juni 2010

Welkom

Ik loop een rondje door de tuin, de hondjes wijken niet van mijn voeten. Ontbijt met zelfgeplukte aardbeien en een restje kersen. Een beker koffie verkeerd, perfecte verhouding koffie en melk. Mijn eigen bed, ach is er een groter genot dan je hoofd op het eigen kussen leggen?


Aankomst

Na al die dagen eenzaam fietsen is Rome eigenlijk d’r over. Te veel van alles. Het verlangen naar huis overvalt me terwijl ik door de stad loop, als een verdwaalde japanse toerist van de ene bezienswaardigheid naar de andere.  Ik wil mijn eigen lakens, zelfgemaakte soep, de mensen die van me houden. 

 Ik kwam in Rome aan per trein. De Schicht bleef in Assisi. Daar kwam voor de fiets het eindpunt van de reis. Fietsen in italie is niet leuk. De wegen te druk, vies en vooral gevaarlijk. De afgelopen dagen werd ik meerder keren met de fiets door een vrachtwagen van de weg gedrukt. Gisteren verkende ik de eerste 40 kilometer van de nog te rijden route richting Rome. Het stuur stevig in handen geklemd moest ik op de witte streep aan de zijkant van de weg rijden om niet aangereden te worden. Het besluit om de laatste 160 kilometer met de trein te doen was geen moeilijke keuze.


Gewoon

Assisi is prachtig en Verona mooi. Ik hou het meeste van de slaperige plaatsen waar geen toerist te zien is. Op het plein een italiaanse opa die zijn kleinzoon slokjes mierzoete limonade voert. De twee geestelijke die met drukke gebaren een gesprek voeren en ondertussen een knaloranje drankje naar binnen nippen. Het maakt dat ik me op mijn gemak voel.Ik lees een ouwe krant en drink abrikozensap. Ik fantaseer een opwindend leven voor de man die druk met zijn telefoon in de weer is en het meisje met een grote moedervlek op haar bovenlip die de bediening voor haar rekening neemt krijgt van mij drie kinderen en een lastige schoonmoeder.


Verliefd

Ik kan nog niet kiezen tussen de brandweerrode of de bosmangroene. Maar heel begeerlijk zijn ze wel. Alleen het geluid al is een genot. Ik hoor ze al van verre aan komen. Deze was nog glimmend nieuwe maar ik heb ook een zwak voor de gebutste rooie of de vuile oranje met zand in de achterbak die moeizaam de berg op klimt. Ik stel me zo voor dat de Schicht lekker in de achterbak gaat liggen en dat ik dan zwaaiend en zingend de heuvels van Umbrie over zoem. Ik wil een Ape!


Heere

In de jeugdherberg in Assisi is de De Heere de baas. Natuurlijk vertegenwoordigd door de jeugdherberg vader en moeder. Met strenge hand worden de gasten van de herberg in toom gehouden. Ik had per ongeluk de enige sleutel van de kamer in mijn tas gestopt terwijl ik buiten op hun terras zat. Dat was niet goed.


Branden

Berg op, heuvel af. De zon schijnt warm, het zweet stroomt. Ik drink slokjes water en rij op abrikozensap en rijstwafels. Italie is niet echt een fietsland. Ik voel de hitte van de uitlaat van de vrachtwagens die me passeren. Ik ga nu pas hijgen bij stijgingspercentages van 7% of meer. De rest daar lach ik om!


Net alsof

Rome lijkt plotseling een haalbaar doel. Nog een berg of wat en ik sta er. Langzaam begin ik te bedenken dat ik ook weer terug moet naar Waterlandkerkje en Schicht ook. Praktisch denken moet eraan te pas komen, ik wacht er  nog even mee.

Gisteren was de dag lang en winderig, 90 km tegen de wind in door een saai landschap met water, gras en gerst. Fiets was een schip, de weg een rivier en het laveren ging moeizaam. In Ravenna wachte dr Jaap op een terras en kreeg ik een degelijke maaltijd.


Beweging

Kijk naar boven en zie de luiken en de ramen open. Twee mensen dansen, de muziek staat hard. Een vrouw in een wit shirt draait rondjes. Ik blijf even staan op de hoek van de Corso Biagio Rossetti.


Reizen

Urenlang heb ik geen idee waar ik precies ben. Ik denk dat ik zo’n beetje in de goeie richting rij en dat is genoeg. De tijd vliegt voorbij zo op de fiets. Ik zing mee, roep goeiedag naar de oude mensen die op een stoel voor het huis zitten en denk na. Het ene oor in, het andere oor uit, van de hak op de tak. Soms mompel ik eens wat of lach om een goeie grap die ik zelf maak. Het boekje met de route bekijk ik maar half. Meestal pik ik hem ergens wel weer op. Anders vraag ik in mijn beste italiaans de weg!


Doorgeslagen?

De dag in Bregenz begon gisteren niet echt hoopvol. Ik werd wakker van het gebrom van de brandweermannen die de kelder van de jeugdherberg voor de zoveelste keer leeg stonden te pompen. Het was duidelijk dat ik mijn gekochte kaartje voor de trein echt ging gebruiken. Op het perron aangekomen en wachtend bij mijn trein was het eerste dat de conducteur riep ” Die fiets kan niet mee”. Maar ze heeft een kaartje, kijk een kaartje voor mij en eentje voor de fiets. Niks mee te maken. Het spoor is over 60 km gestremd en dan moet u verder met de bus. De chauffeur neemt geen fietsen mee. ” Wat nu? Ik moet naar Trento” Dat zal niet gaan, de buschauffeur wil absoluut geen fietsen meenemen. Onverzettelijk en sip stond ik daar. Niet van plan om op te geven. Ik had tenslotte de kaartjes gisteren gekocht bij een treinman die zij dat het misschien wel moeilijk zou gaan, niet dat het onmogelijk zou zijn. Na wat heen en weer gepraat werd de fiets toch in de trein gezet. Als de buschauffeur me niet mee wilde nemen moest ik mee terug naar Bregenz en mijn geld terug vragen. Er werd zelfs een foto van het kaartje voor de Schicht gemaakt. Voor in het personeelsblad zeker? De conducteur kwam wel twee keer vertellen dat het echt niet aan de spoorwegen lag. Die lieten alleen de trein botsen en ontsporen, de busdienst was van een ander bedrijf. Een beetje zenuwachtig was ik wel. Het zou toch niet zo zijn dat ik nog dagen vast kwam te zitten in dat stomme Bregenz? De treinman kwam weer terug om te vertellen dat er 10 cm sneeuw op de passen in de Alpen lag. Met de fiets zou het echt niet gaan, levensgevaarlijk! Ik bedacht dat als ik echt niet in de bus mocht, ik terug naar huis zou fietsen. Het gaat tenslotte om het onderweg zijn en het reizen, de bestemming is ondergeschikt. Er werd omgeroepen dat iedereen uit de trein richting de bus moest. Ik stond in de bagage ruimte naast de fiets. De deur ging open en op het perron stond een man klaar om mij en de fiets aan te pakken. Ik dacht ik zal een bellen glunderde de conducteur, soms moet je het er maar op wagen” Binnen twee minuten stond de fiets in de bus, zat ik ernaast en stond de bagage rond me opgetast. Met mijn mond open heb ik de conducteur uitgezwaaid. En nu?  Geen idee wat er over me kwam vandaag. Ik reed een dubbele etappe. Vertrok vanmorgen in Rovereto, zonder regen en kwam aan in Montagnana waar ik net een hele grote ijsco at. Zonder avonturen gewoon twaalf uur achter elkaar fietsen. Zo kan het ook!