Ik stel me voor hoe ik mijn armen spreid en van buiten naar binnen mijn lievelingsloopje speel. De toetsen beroer, de aanslag een beetje aan laat zwellen waardoor ik elke keer als ik speel weer vrolijk word.
Ik hang als een soort opgewonden hangjongere rond bij de twee kleine vleugels die in de ruimte vol instrumenten gepropt staan. Als de deur een tijdje openstaat vat ik mijn moed bij elkaar en maak een praatje met de musicus.
Zonder aarzeling stromen de woorden, ik buig me een beetje naar hem toe.