Maandelijks archief: januari 2013

Echt


Te veel, d’r over, iemand zal ik kwetsen, zijn mevrouw zal het lezen, nog erger mijn kind ook, het zal belachelijk zijn en iedereen zal kunnen zien hoe kinderachtig ik eigenlijk reageer, het echte leven is lang niet zo interessant als het virtuele, stel je voor dat je werkgever zoiets leest, ik lijk wel een narcist, het moet anders wel ergens over gaan, niemand zal geloven dat ik dit verzin, geen draad aan vast te knopen, wat een bombastische onzin, zit ik hier te liegen, ik ben geen dichter en dat kun je wel zien, wat een taal- en spelfouten, ik wil niet dat ze weet hoe ik er echt over denk.
Zo moet ik mijn virtuele leven wel faken om er mee te kunnen leven.


Nakendig

IMG_2994
Ik heb me nimmer zo kwetsbaar en naakt gevoeld. Het vertrouwen dat de tijd daar is, dat die op mijn hand is, verdwijnt.
Nooit meer is een groot en tastbaar begrip geworden. Ik kan het vastpakken, koesteren in de palmen van mijn naar boven gekeerde handen.


Midlife

Ik nip met kleine elegante slokjes van mijn Chardonnay, tenminste dat denk ik toch. Na een weekend straattheaterworkshop heb ik moeite met het afmeten van mijn gebaren. Alsof ik niet meer zo goed maat kan houden nu ik weer meedoe aan het echte leven.
Naast me de fotograaf, hij heeft zijn zwarte lievelingstrui aan. Ik hou ook van die trui en van hem deze avond. Af en toe raak ik hem aan. Dat is goed, hij is mijn vriend en ruikt lekker.
We bespreken de workshop en het leven.
Hoe moet ik nu weten wanneer de midlifecrisis toeslaat? Ik heb wel net een piemelachtige auto gekocht. Hardop spreek ik mijn gedachten uit en met mijn handen ver uit elkaar geef ik de afmeting aan.
De ober, buigt zich ver voorover. Wat zeg je? Wil je eens herhalen wat je net zei? Ik aarzel want het woord piemelachtig spreek ik niet dagelijks uit tegen mannen die ik niet ken en wie weet bestaat het niet eens. Ik herhaal en leg de afmeting van De Snor nog eens met de bijbehorende handgebaren uit. Schoon woord zucht hij.
Dat vind ik nu zelf ook eens sè!


Weerloos


Mijn stappen weerklinken in de natte straten, sneeuwwater drupt in het riool. Naast me loopt de muzikant. Ik voel de aandrang zijn hand te nemen, zo verloren ben ik daar in mijn stad.
Het is de sterfdag van Yvonne piep ik als hij vraagt hoe het mij vergaat.
Dan spelen we vanavond een nummer voor Yvonne.
Tijdens het inspelen voel ik hoe de tranen warm en langzaam over mijn wangen rollen. Ik knipper met mijn ogen tot het op is.


IJskoningin

IMG_0911
Ik knak niet!


Reis

IMG_0909
Nog kan ik bijna niet geloven dat jij aan je lange reis bent begonnen. Met de voeten in de sneeuw sta ik aan je graf. Ik voel me koud en eenzaam. De thee die ik daarna drink wil mijn binenste maar niet bereiken. Ik wacht tot ik smelt.


Lekker puh!

IMG_0908[1]
Vandaag steek ik tegen iedereen mijn tong uit.


Kinderlijk

IMG_0904
Met mijn vinger schrijven in de sneeuw, een rondje op de ruit ademen en daar een hartje in tekenen, met mijn potlood een gezichtje op de vergadertafel maken tijdens een serieus overleg, een warme vinger over iemands rug een woord laten vormen, op de beslagen spiegel een boodschap achterlaten voor wie na mij komt, met een gevonden stuk dakpan een pijl op straat of een rare aanwijzing op de stoep, met de stroop mijn naam op een pannenkoek (best moeilijk), met fruitsaus in de yoghurt een spiraal, met mijn lepeltje in het melkschuim van de koffie.


Grootstad

IMG_0901[1]
De roltrap van de bieb in Amsterdam brengt me naar boven. Achter me op de trap twee vrouwen met een groot pak, ingepakt in kranten.
Dat is mijn ome Jan die erop staat. Daarom heb ik deze krant gebruikt. Welke ome Jan? Nou die van tante Trees, die heb je toch wel eens bij ons gezien?
Ik laat de vrouwen voorgaan en bekijk in het voorbij stappen ome Jan.


Gezichtsbedekking

masker
Te ingewikkeld om te delen knarstand ik maar wat. Het gaat wel zeg ik tegen mijn geliefden.
Dat is natuurlijk een leugen en dat weten ze ook. Zo houden we met zijn allen de adem in.
Ik brand mijn tong aan hete koffie, de tranen springen in mijn ogen.
Ik leef een beetje naast de tijd. Ik wacht tot ik mijn eigen oude opgewekte zelf weer tegen kom.