Maandelijks archief: november 2012

Foetsie

Met zijn grote handen vouwt hij een boeren rooie zakdoek rond het naakte duivenlijf. Nog maar pas uit het ei en zo lelijk als de nacht. Gelukzalig kijkt Het Kind naar hem op. Ze is drie, met smoezelige knietjes en een snottebel. Goed vasthouden, niet laten vallen, dan gaat ie dood! Met de tong uit haar mond pakt ze het duivenjong aan. Het is een warme voorjaarsdag. Ze zet zich op het trapje van het duivenkot. Als ik haar op kom halen zit ze er nog. De duif soest in haar schoot. De man zelf rommelt in zijn duivenhok. Ik moet van opa goed op passen. Het Kind kijkt me boven de rooie zakdoek bloedserieus aan, De Man heeft lichtjes in zijn ogen.

Vandaag zwaaien we hem uit. Hij is zijn duiven achterna.


Verliefd

Ik was verkocht bij het zien van de kleine ruitenwissertjes op de koplamp. De Snor, de naam popte zonder mankeren op. Groen, groot, stoer, betrouwbaar en een tikje aan de ouwe kant. Ik baande me een weg over startkabels en een tas om plaats te nemen op de achterbank. Koninklijk gleed ik over de bobbelige straten van Gent.  Ik moest op mijn hand zitten om te voorkomen dat die naar de voorbijgangers zou wuiven.
Ik doe hem weg, de bestuurder plaatste de opmerking achteloos. Mijn hart sloeg meteen op hol. Van mij, riep een stem vanuit mijn onderbuik.
Nu is het bijna zover. Ik droom van alle banken plat, een matrasje, en gordijntjes. Hoe ik zal reizen en mij te ruste leggen op parkeerplaatsen om smorgens met de vrachtwagenchauffeurs een koffie te drinken.
De Snor en ik, gelukzalig op weg naar nergens.


Wachten

Ergens diep in mij verborgen woont de wachtende vrouw.
Ze put uit de bron zo stil en helder.
Zeker dat de fluwelen nacht komt.

Ergens diep in mij verborgen woont de vrouw
Ze houdt haar handen open
Zeker dat de nacht komt


Visserslatijn

 


Gemis

Op je begrafenis heb ik geen traan gelaten. Ik wist: Als de tranen komen spoel ik weg. De knokkels van mijn handen wit van het knijpen in mijn vingers, ik heb mijn tanden stuk gebeten. Er was een moment dat het beven in mijn binnenkant de buitenkant zonaar bereikt. De mondharmonicaspeler zag het en legde heel voorzichtig zijn vingertoppen op mijn knie. Zo nam hij een stukje van het beven op zich.

Zoals jij alleen gegaan bent op je reis naar nergens zo alleen was ik daar in die propvolle kerk. Ik sprak de woorden die me op het hart lagen ik zong omdat jij dat zo had gewild. Mijn ogen zijn droog gebleven die hele lange dienst.

Nu ween ik bij elke heengaan. Druppel voor druppel verteer ik mijn verlies.


Stil

De letters vormen woorden. Ik begrijp niet wat er staat. Machteloos slaan mijn vingers op de toetsen.
Ik leun achterover en klik de boodschap toe.


Krak

De sleutel breekt af in het deurslot van de Japanner, beteuterd kijk ik naar het stuk sleutel in mijn hand. De andere sleutel is weg. Die heb ik kwijtgemaakt. Ik stamp als een driftge tweejarige op de grond. Ik bel stad en land af of iemand misschien toch ergens mijn niet kapotte maar zoekgeraakte sleutel heeft gevonden. Overal is het antwoord nee. Ten einde raad bel ik naar de toyotagarage in een dorp waar ik ooit woonde. De garagist is vol compassie maar heeft natuurlijk geen sleutel ergens hangen. Ik moet al mijn gegevens overhandigen, hij hoeft nog net mijn bloedgroep niet. Over vijf dagen kan ik de nieuwe sleutel ophalen. Wil iemand misschien mijn leven even overnemen?


Van de wereld

Geroutineerd loods ik mijn gast door Antwerpen. De lekkerste soep, de leukste tweedehands winkels. Ik draai mijn hand er niet voor om. We stappen mijn favoriete koffiehuis binnen. Natuurlijk geef ik advies over de beste koffie en maak ik een praatje met de jongen die een tas voor ons maakt. Ik ken hem want kom hier vaker. Blij over de gedeelde topervaring met de koffie nodig ik hem uit voor het ontbijt. Dáár hebben ze hele lekkere bokes.
Zwierig stap ik binnen, ik ben een vrouw van de wereld en ken overal de weg. Ik spin bijna van genoegen, mijn gast is vol bewondering. We bestellen, ik sla de krant open want dat is wat vrouwen van de wereld doen bedenk ik: De krant lezen op zaterdagmorgen in hippe eetgelegenheden. Vanuit mijn ooghoeken zie ik iets bewegen. Als ik mijn hoofd draai zie ik hoe mijn krant in lichterlaaien staat. De vlammen slaan uit de voorpagina. Ik slaak een kreet van schrik wapper en sla op de krant tot het vuur uit is en er een regen van grijze as-snippers neerdaalt. Giegelend van schrik en opluchting val ik uit mijn rol van kosmopoliet.


Liefs

Is sperma gezond?
Ik zou er mijn fruit niet voor laten staan. 

De 28 jongeren kijken me verwachtingsvol aan. We zitten met zijn allen in een te klein, warm lokaal gepropt. Ze stellen vragen, lachen heel hard, geven elkaar advies en zijn reuze vrolijk. Ik heb het ook nogal naar mijn zin. Hoogtepunt van de dag is een volle minuut stilte. Ze klappen als gekken als de minuut voorbij is


Everyday routine